-
1 dérober
dérober [deerobbee]♦voorbeelden:dérober la vue à qn. • iemand het uitzicht benemen4 niet reageren ⇒ niets doen, iemands vraag ontwijken♦voorbeelden:se dérober à la justice • verstek laten gaanse dérober au travail • uitvluchten zoeken om niet te werkense dérober aux regards de qn. • iemands blik ontwijken1. v1) ontvreemden, stelen3) onttrekken2. se déroberv1) wegzinken2) weigeren voor hindernis [paard] -
2 carotter
-
3 filouter
-
4 nettoyer
nettoyer [netwaajee]♦voorbeelden:1 nettoyer à sec • chemisch reinigen, stomense faire nettoyer au poker • uitgekleed worden bij het pokerenv1) schoonmaken, reinigen2) ontruimen, leegmaken3) verkwisten -
5 débarrasser
débarrasser [deebaaraasee]1 opruimen3 afruimen♦voorbeelden:débarrasser qn. de son argent • iemand zijn geld afhandig maken→ plancher1 zich ontdoen (van) ⇒ uittrekken, uitdoen♦voorbeelden:1 se débarrasser d' une affaire • een zaak afschuiven, afstotendébarrassez-vous • wilt u uw jas niet uitdoen?1. v1) opruimen3) afruimen2. se débarrasser (de)vzich ontdoen (van), uittrekken -
6 escroquer
-
7 rincer
rincer [rẽsee]〈 werkwoord〉1 (om-, uit)spoelen2 〈figuurlijk; informeel〉 uitkleden ⇒ zijn geld afhandig maken ⇒ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 afdrogen♦voorbeelden:v1) (om-, uit)spoelen2) ruïneren -
8 soulager
soulager [soelaazĵee]3 helpen♦voorbeelden:1 zijn hart luchten, uitstorten ⇒ zijn geweten ontlastenv1) ontlasten, verlichten2) verzachten, opluchten3) helpen -
9 soutirer
-
10 carotter qc. à qn.
carotter qc. à qn. -
11 débarrasser qn. de son argent
Dictionnaire français-néerlandais > débarrasser qn. de son argent
-
12 escamoter
-
13 filouter qn. de qc.
filouter qn. de qc. -
14 nettoyer qn.
nettoyer qn. -
15 soulager qn. de sa montre
soulager qn. de sa montreDictionnaire français-néerlandais > soulager qn. de sa montre
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский